Met de invoering van de Wet Versterking Slachtoffers (VPS, 2010) hebben slachtoffers rechten gekregen waarmee zij inbreng kunnen hebben in het vooronderzoek. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid om bij het uitblijven van vervolging of opsporing een klaagschrift in te dienen bij het hof in het kader van de artikel 12 Sv-procedure. Het voornemen van de minister is deze regeling te verruimen, onder andere om de staande jurisprudentie te codificeren. Hoewel de verruiming inhoudelijk bijval verdient, is nog onvoldoende sprake van een systematisch op elkaar betrekken van de klachtprocedure en de procespositie van het slachtoffer als belanghebbende bij het vooronderzoek. Handvatten daartoe kunnen worden ontleend aan het project Strafvordering 2001.
In deze bijdrage staat het herziene voorstel van wet centraal strekkende tot invoering van een nieuwe Titel – ‘Herstelrechtvoorzieningen’ – in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering. Het wetsvoorstel is in feite een ‘burgerinitiatiefwetsvoorstel’ en is geschreven door een initiatiefgroep bestaande uit medewerkers van de Universiteit Maastricht en Restorative Justice Nederland in samenwerking met een denktank van vele professionals werkzaam in de strafrechtspraktijk, onder wie rechters, officieren van justitie, advocaten, mediators, politiemedewerkers en gevangenispersoneel. De auteur zet in deze bijdrage niet alleen de proeve van wetgeving uiteen, maar plaatst deze ook binnen een passende rechtshistorische context en voorziet haar voorts van zijn persoonlijke commentaar en visie.