Op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-V) worden DNA-celmateriaal en DNA-profielen van veroordeelden bewaard. Omdat sommige veroordeelden onvindbaar blijken voor de afname van hun celmateriaal zal vermoedelijk de wet worden aangepast opdat conservatoire afname mogelijk wordt. DNA wordt dan reeds afgenomen tijdens het opsporingsonderzoek maar pas verwerkt na veroordeling. Deze bijdrage plaatst de discussie over de juridische en praktische houdbaarheid van de conservatoire afname in een breder perspectief, namelijk die van de oorspronkelijke doelstellingen van de Wet DNA-V en de vraag naar de mogelijkheden van het afnemen én het reeds verwerken van DNA-celmateriaal tijdens het opsporingsonderzoek.
In deze bijdrage wordt een voorzet gedaan om de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht nog meer in lijn te brengen met de uit het IVRK voortvloeiende eisen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de plaats van het jeugdstrafprocesrecht in het voorgestelde wetboek, aan de bijzondere positie van de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken door het Openbaar Ministerie en worden voorstellen gedaan met het oog op diverse zich in de jeugdstrafprocespraktijk voordoende knelpunten.
In het zesde hoofdstuk van Boek 2 van het concept-Wetboek van Strafvordering staan de strafvorderlijke bevoegdheden centraal die betrekking hebben op het lichaam. Voor een groot deel zijn de thans bestaande bevoegdheden samengebracht in één hoofdstuk en worden er maar een paar nieuwe bevoegdheden gecreëerd. In dit artikel wordt belicht dat tamelijk geruisloos en bovendien eenzijdig vanuit het perspectief van opsporingsbelangen op een aantal plekken de geldende waarborgen worden verminderd. Betoogd wordt dat daar niet te lichtvaardig toe moet worden overgaan. Zeker niet zonder deugdelijke onderbouwing en zeker niet bij bevoegdheden die een forse inbreuk maken op de lichamelijke integriteit van een verdachte burger. Het laten vervallen van de eis van het bestaan van ernstige bezwaren is in dit opzicht de meest fundamentele voorgestelde wijziging. Op dit punt verdient het de voorkeur dat de voorstellen van de wetgever worden bediscussieerd en zo nodig worden bijgestuurd.